Een parlementaire democratie wordt ook wel representatieve democratie genoemd. In de representatieve democratie kiest de bevolking wie hen vertegenwoordigt in het nationale parlement. Het parlement wordt direct gekozen en de regering niet. Daarom moet de regering, de uitvoerende macht, in Nederland verantwoording

De Tweede Kamer telt 150 leden, die door de Nederlandse kiezers worden gekozen. De Kamerleden kiezen uit hun midden een Voorzitter. Hij/zij zorgt ervoor dat de debatten goed en netjes verlopen.

Om lid te zijn van de Tweede Kamer moet je Nederlander zijn, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht. In de Grondwet staat dat elke Nederlander het recht heeft om te kiezen of gekozen te worden. Dit laatste heet passief kiesrecht. Je kunt je aansluiten bij een politieke partij of een nieuwe partij oprichten, maar dat hoeft niet. Zowel politieke groeperingen als personen kunnen meedoen met de verkiezingen door een kandidatenlijst in te leveren. Om deel te kunnen nemen moet je je aanmelden bij de Kiesraad: www.kiesraad.nl

Kiesstelsel
De manier waarop de leden van de Tweede Kamer worden gekozen, heet het kiesstelsel. In Nederland bestaat sinds 1917 een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Behaal je bij de verkiezingen 20% van de stemmen, dan krijg je 20% van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Daardoor zitten er ook veel kleinere partijen in de Tweede Kamer. Zo is de samenstelling van de Tweede Kamer een brede afspiegeling van de politieke voorkeuren in het land.

18 jaar of ouder.

Kan ik zelf een politieke partij oprichten?

Als je ouder dan 18 bent, kun je stemmen en zo mede bepalen welke politieke partij jou vertegenwoordigt in de Tweede Kamer. Maar ook kun je een petitie aan de Tweede Kamer aanbieden over een specifiek onderwerp. Of je kunt een burgerinitiatief opstarten. Door 40.000 handtekeningen te verzamelen kunnen burgers een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer zetten.

De 2 belangrijkste taken van de Tweede Kamer zijn het maken van wetten en controleren of de regering haar werk goed doet.

De Kamerleden die voor een zelfde politieke partij in de Tweede Kamer zitten, worden samen een fractie genoemd.

De lijsttrekker is de eerste naam op de lijst van kandidaat-Kamerleden van een politieke partij.

Dit zijn de politieke partijen in de Tweede Kamer die samen het kabinet vormen.

De Voorzitter leidt de vergadering van de Tweede Kamer. Hij/zij is ook Voorzitter van het Presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. Daarnaast vertegenwoordigt de Voorzitter de Kamer naar buiten toe, bijvoorbeeld in contacten met buitenlandse parlementen en adviseert hij/zij het staatshoofd bij de formatie van een nieuw kabinet.

Per fractie, hoofdelijk en schriftelijk.

Nee. De minister-president is geen lid van de Tweede Kamer. Hij komt alleen in de Tweede Kamer om met Kamerleden te debatteren over het regeringsbeleid.

De oppositie in de Tweede Kamer bestaat uit de partijen die niet in het kabinet zitten.

De vergadering van alle 150 Tweede Kamerleden noemen we de plenaire vergadering. De Voorzitter van de Tweede Kamer leidt de plenaire vergadering. Deze wordt gehouden in de grote vergaderzaal, de plenaire zaal.
Als er tenminste 76 Kamerleden in het Kamergebouw aanwezig zijn, mag er plenair vergaderd worden. Dat is dus de helft van 150 plus één; dit heet het quorum. Omdat veel Kamerwerk in commissies gebeurt, zijn in de plenaire vergadering vaak lang niet alle zetels bezet. Een specialistisch onderwerp wordt vaak eerst in een commissie besproken door een aantal Kamerleden. Zij zijn de woordvoerders op dat terrein. Als in de plenaire vergadering het onderwerp aan de orde komt, zijn meestal alleen deze woordvoerders aanwezig.

Nee, zij spreken via de Voorzitter. De Voorzitter is onpartijdig in het debat en houdt de regie over het debat. Hiermee wordt ook voorkomen dat Kamerleden en bewindslieden door elkaar heen gaan praten.

Specialistische onderwerpen worden behandeld in commissies. In een commissievergadering discussieert een aantal gespecialiseerde Kamerleden met een minister en/of staatssecretaris over het beleid of wetsvoorstellen. In principe is er voor elk ministerie een vaste commissie die onderwerpen op het gebied van dat ministerie behandelt. De Kamerleden die over onderwijs gaan, komen bij elkaar in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kamerleden die over Justitie gaan, komen bij elkaar in de vaste commissie voor Justitie.
De nota- en wetgevingsoverleggen die commissies houden ontlasten de plenaire vergadering. Tijdens deze overleggen kunnen allerlei specialistische en technische details aan de orde komen, waar de Kamerleden tijdens de plenaire vergadering dan niet meer op in hoeven te gaan. Plenair hoeven alleen nog de hoofdlijnen besproken te worden.

Een regeerakkoord is een overeenkomst tussen de fracties van twee of meer politieke partijen in het parlement die samen de regering vormen. In het akkoord staan de politieke uitgangspunten voor de komende kabinetsperiode. Het is de agenda voor het kabinetsbeleid voor de komende 4 jaar.

De informateur is degene die bij de kabinetsformatie na de Tweede kamerverkiezingen in opdracht van het staatshoofd onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om een kabinet te vormen. Oftewel: welke partijen willen eventueel met elkaar samenwerken?

De formateur is degene die bij de kabinetsformatie in opdracht van het staatshoofd een nieuw kabinet vormt. De formateur wordt vaak ook de minister-president.

De Eerste Kamer en de Tweede Kamer.

Verantwoordingsdag is elk jaar op de derde woensdag van mei. De minister van Financiën biedt dan het financieel jaarverslag van het Rijk aan de Tweede Kamer aan.

De Tweede Kamer vergadert in Den Haag. Sinds 1992 vergadert de Tweede Kamer in een nieuw complex, grenzend aan het Binnenhof in Den Haag. In het nieuwe complex zijn enkele oudere gebouwen opgenomen: het vroegere Hotel Central en twee voormalige ministeries: Justitie en Koloniën.
In 1992 werd de huidige plenaire vergaderzaal, met de blauwe stoelen, in gebruik genomen. Daarvoor vergaderde de Tweede Kamer in de Oude Zaal, met de groene bankjes. Het Tweede Kamergebouw telt 23 vergaderruimtes. Sommige daarvan zijn voor het publiek toegankelijk. Verder is er nog de 100 meter lange en ruim 24 meter hoge Statenpassage met de lange roltrappen. Hier nemen Kamerleden vaak petities in ontvangst. Daarnaast wordt de ruimte gebruikt voor verschillende tentoonstellingen, die ook voor het publiek toegankelijk zijn. Openbare vergaderingen worden in het oude deel niet meer gehouden, uitgezonderd hoorzittingen voor parlementair onderzoek of bijzondere vergaderingen.

Een gezamenlijke vergadering van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.

De regering bestaat uit het staatshoofd en de ministers. Het kabinet bestaat uit de ministers en staatssecretarissen. Het staatshoofd zit dus niet het kabinet en de staatssecretarissen zitten niet in de regering. De ministers vormen samen de ministerraad.
Een minister staat aan het hoofd van een departement (ministerie) en is verantwoordelijk voor het doen en laten van zijn ambtenaren. Een minister kan geholpen worden door staatssecretarissen. De staatssecretarissen maken geen deel van uit van de ministerraad. Zij hebben ook geen stemrecht in de raad, ook niet als zij de vergadering bijwonen omdat een onderwerp wordt behandeld dat tot hun portefeuille behoort.

Monisme duidt in de politiek op een situatie waar het parlement en de regering (de wetgevende macht en de uitvoerende macht) zeer nauw met elkaar verweven zijn.

Bij een dualistisch systeem is er een duidelijke scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht. Parlement en regering hebben een meer onafhankelijke rol ten opzichte van elkaar.

Elk jaar is het op de derde dinsdag van september Prinsjesdag. Op deze dag leest het staatshoofd de troonrede voor en biedt de minister van Financiën de Miljoenennota aan de Tweede Kamer aan in het bekende koffertje.

In een monarchie ligt de macht oorspronkelijk bij één persoon, de monarch. Hoewel wij nog steeds een staatshoofd hebben, de koning, ligt de macht bij de ministers en het parlement. De staatshoofd heeft volgens de Grondwet geen macht. De regering draagt verantwoordelijkheid voor het doen en laten van de koning. Dit is de zogenaamde ministeriële verantwoordelijkheid. Met het woord ‘constitutie’ wordt vaak de grondwet bedoeld. Maar eigenlijk gaat het om de gebruiken, de bevoegdheden en de geschreven regels. Deze kunnen volledig of gedeeltelijk zijn neergelegd in een geschreven grondwet, maar dat hoeft niet. Zo kent het Verenigd Koninkrijk wel een constitutionele monarchie, maar geen grondwet.